Gesamtheit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gesamtheit:
- geheel; volledigheid; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; voltalligheid; totaal; eenheid; algemeenheid; gebruikelijkheid; gangbaarheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gesamtheit (Duits) in het Nederlands

die Gesamtheit (Vollzähligkeit; Vollständigkeit)
het geheel; de volledigheid; de totaliteit; alles; de gezamenlijkheid; de volkomenheid; voltalligheid; het totaal; de eenheid
- geheel [het ~] zelfstandig naamwoord
- volledigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- totaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- alles [znw.] zelfstandig naamwoord
- gezamenlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- volkomenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voltalligheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- totaal [het ~] zelfstandig naamwoord
- eenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Gesamtheit (Gültigkeit; Allgemeinheit; Gewohnheit; Sitte; Gepflogenheit; Angewohnheit)
de algemeenheid; gebruikelijkheid; de gangbaarheid
- algemeenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gebruikelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- gangbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
algemeenheid	Allgemeinheit; Angewohnheit; Gepflogenheit; Gesamtheit; Gewohnheit; Gültigkeit; Sitte
alles	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit
eenheid	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit	Armeegruppe; Einheit; Einheitlichkeit; Gleichartigkeit; Gleichförmigkeit; Homogenität; Uniformität; Ähnlichkeit
gangbaarheid	Allgemeinheit; Angewohnheit; Gepflogenheit; Gesamtheit; Gewohnheit; Gültigkeit; Sitte
gebruikelijkheid	Allgemeinheit; Angewohnheit; Gepflogenheit; Gesamtheit; Gewohnheit; Gültigkeit; Sitte
geheel	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit
gezamenlijkheid	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit
totaal	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit
totaliteit	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit	Absolutheit
volkomenheid	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit	Perfektion; Vollkommenheit; Vollständigkeit; Vortrefflichkeit
volledigheid	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit	Vollständigkeit
voltalligheid	Gesamtheit; Vollständigkeit; Vollzähligkeit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geheel		ohne Ausnahme
totaal		absolut; eingehend; einschneidend; ganz; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; gänzlich; komplett; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; total; vollkommen; vollständig; vollzählig; vortrefflich; völlig; weise
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alles		alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig