Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geruchmacher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geruchmacher (Duits) in het Nederlands

Geruchmacher:

Geruchmacher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geruchmacher
    de patser; de opschepper; de pocher; de bluffer
    • patser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opschepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pocher [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bluffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Geruchmacher
    geurmaker

Vertaal Matrix voor Geruchmacher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bluffer Geruchmacher Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Schwätzer; Wichtigtuer
geurmaker Geruchmacher
opschepper Geruchmacher Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer
patser Geruchmacher Großtuer; Protz; Wichtigtuer
pocher Geruchmacher Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Schwätzer; Wichtigtuer