Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Genießer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Genießer (Duits) in het Nederlands

Genießer:

Genießer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Genießer (Schwelger)
    de genieters
    • genieters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Genießer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genieters Genießer; Schwelger

Synoniemen voor "Genießer":


Wiktionary: Genießer


Cross Translation:
FromToVia
Genießer gastronoom; gastronome; fijnproefster; fijnproever; kenner van de keuken gourmet — gourmet; a person who appreciates good food