Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gelehrtheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gelehrtheit (Duits) in het Nederlands

Gelehrtheit:

Gelehrtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gelehrtheit (Wissen; Kenntnis; Sachverstand; Wissenschaft)
    weten; de kennis
    • weten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kennis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Gelehrtheit (Kenntnis; Wissen; Sachverstand)
    de geleerdheid
  3. die Gelehrtheit (Geschicklichkeit; Kunst; Künste; )
    de kunst; de handigheid; de truc; de toer; de kneep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gelehrtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geleerdheid Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen
handigheid Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Ausflug; Behendigkeit; Gewandtheit; Kniff; Kunstgriff; Trick
kennis Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen; Wissenschaft Bekannte; Bekannter; Bekanntschaft
kneep Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Kneifen; Kniff; Kunstgriff; Trick
kunst Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Trick
toer Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Ausfahrt; Ausflug; Bahn; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Lehrausflug; Leistung; Marsch; Passage; Reise; Ritt; Route; Runde; Rundfahrt; Rundgang; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; lästige Arbeit; seine Runde machen; Überfahrt
truc Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Trick
weten Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen; Wissenschaft Fachwissen; Wissen; Wissenschaft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weten kennen; wissen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kennis Wissen

Synoniemen voor "Gelehrtheit":


Wiktionary: Gelehrtheit


Cross Translation:
FromToVia
Gelehrtheit eruditie erudition — profound knowledge, especially that based on learning and scholarship