Gelegenheitskauf in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gelegenheitskauf:
- aanbieding; koopje; spotkoopje; gelukkig toeval; voordeel; opsteker; meevaller; buitenkansje

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gelegenheitskauf (Duits) in het Nederlands

Gelegenheitskauf:

Gelegenheitskauf [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gelegenheitskauf (Schnäppchen; Okkasion)
de aanbieding; het koopje
- aanbieding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- koopje [het ~] zelfstandig naamwoord
der Gelegenheitskauf (Schnäppchen)
het spotkoopje
- spotkoopje [het ~] zelfstandig naamwoord
der Gelegenheitskauf (Glückstreffer; Extraprofit; unerwarteter Vorteil; Glück; Glücksfälle; Glücksfall; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwartetes Glück; Gelegenheitskäufe)
gelukkig toeval; het voordeel; de opsteker; de meevaller; het buitenkansje
- gelukkig toeval [znw.] zelfstandig naamwoord
- voordeel [het ~] zelfstandig naamwoord
- opsteker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- meevaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- buitenkansje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gelegenheitskauf:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanbieding	Gelegenheitskauf; Okkasion; Schnäppchen	Anerbieten; Angebot; Offerte; Vorschlag; Überreichung
buitenkansje	Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück	Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; unerwartetes Glück
gelukkig toeval	Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
koopje	Gelegenheitskauf; Okkasion; Schnäppchen	Angebot; Offerte; Vorschlag
meevaller	Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück	Erfolg; Extraprofit; Fortuna; Gelingen; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Hit; Massel; kleine Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
opsteker	Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
spotkoopje	Gelegenheitskauf; Schnäppchen
voordeel	Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück	Extraprofit; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; kleine Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück

Synoniemen voor "Gelegenheitskauf":

Mezzie; Occasion; Schnäppchen

Remove Ads

Vertaal Gelegenheitskauf van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Gelegenheitskauf (Duits) in het Nederlands

Gelegenheitskauf:

Gelegenheitskauf [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gelegenheitskauf (Schnäppchen; Okkasion)

der Gelegenheitskauf (Schnäppchen)

der Gelegenheitskauf (Glückstreffer; Extraprofit; unerwarteter Vorteil; Glück; Glücksfälle; Glücksfall; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwartetes Glück; Gelegenheitskäufe)

Vertaal Matrix voor Gelegenheitskauf:

Synoniemen voor "Gelegenheitskauf":