Duits

Uitgebreide vertaling voor Gekrabbel (Duits) in het Nederlands

Gekrabbel:

Gekrabbel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gekrabbel (Kratzen; Gekritzel; Kratzerei)
    het krassen; het gekras
    • krassen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekras [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gekrabbel (Kritzelei; Gekritzel)
    de krabbel; de hanenpoten; het gekrabbel; gekladder; prulgeschrift; slecht handschrift
  3. Gekrabbel (Gekratze; Kratzerei)
    gekrab
    • gekrab [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gekrabbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekladder Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei
gekrab Gekrabbel; Gekratze; Kratzerei
gekrabbel Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei Gekrakel; Gekratz; Kratzen; mit den Nageln kratzen; unbeholfen schlechte Schrift
gekras Gekrabbel; Gekritzel; Kratzen; Kratzerei
hanenpoten Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei Gekrakel; unbeholfen schlechte Schrift
krabbel Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
krassen Gekrabbel; Gekritzel; Kratzen; Kratzerei
prulgeschrift Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei
slecht handschrift Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krassen jucken; kratzen; sich scheuern