Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Geflecht:
- netwerk; net; rotan; riet; rietstengel; oeverriet; vlechtwerk; vlechtsel; web; spinsel
Duits
Uitgebreide vertaling voor Geflecht (Duits) in het Nederlands
Geflecht:
-
Geflecht (Netz; Fangnetz)
-
Geflecht (Uferschilf; Ried; Schilf; Schilfgras; Rotan; Schilfrohr; Flechtrohr; Rotang)
-
Geflecht (Flechtarbeit)
-
Geflecht (Gewebe; Gespinst; Spinngewebe)
Vertaal Matrix voor Geflecht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
net | Fangnetz; Geflecht; Netz | Fernsehkanal |
netwerk | Fangnetz; Geflecht; Netz | Netz; Netzwerk |
oeverriet | Flechtrohr; Geflecht; Ried; Rotan; Rotang; Schilf; Schilfgras; Schilfrohr; Uferschilf | |
riet | Flechtrohr; Geflecht; Ried; Rotan; Rotang; Schilf; Schilfgras; Schilfrohr; Uferschilf | |
rietstengel | Flechtrohr; Geflecht; Ried; Rotan; Rotang; Schilf; Schilfgras; Schilfrohr; Uferschilf | |
rotan | Flechtrohr; Geflecht; Ried; Rotan; Rotang; Schilf; Schilfgras; Schilfrohr; Uferschilf | |
spinsel | Geflecht; Gespinst; Gewebe; Spinngewebe | |
vlechtsel | Flechtarbeit; Geflecht | |
vlechtwerk | Flechtarbeit; Geflecht | |
web | Geflecht; Gespinst; Gewebe; Spinngewebe | Spinnennetz; Spinnenwebe; Spinngewebe |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
net | akkurat; anständig; eigen; eingehend; genau; gerade; gerade eben; gewissenhaft; haargenau; keusch; korrekt; neulich; pünktlich; rein; richtig; sicher; sittsam; sorgfältig; vorhin; züchtig |