Gedankenlosigkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gedankenlosigkeit:
- onnadenkendheid; gedachteloosheid; suffen; gedachteloos zijn; gesuf; gevoelloosheid; onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; afgestomptheid; ongevoeligheid; gevoelsarmoede

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gedankenlosigkeit (Duits) in het Nederlands

die Gedankenlosigkeit (Unüberlegtheit)
de onnadenkendheid; de gedachteloosheid
- onnadenkendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gedachteloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Gedankenlosigkeit (Dösen)
suffen; gedachteloos zijn; gesuf
- suffen [znw.] zelfstandig naamwoord
- gedachteloos zijn [znw.] zelfstandig naamwoord
- gesuf [znw.] zelfstandig naamwoord
die Gedankenlosigkeit (Empfindungslosigkeit; Gleichgültigkeit; Unempfindlichkeit; Kaltblütigkeit; Gefühllosigkeit)
de gevoelloosheid; de onverschilligheid; de ongeïnteresseerdheid; afgestomptheid; de ongevoeligheid; de gevoelsarmoede
- gevoelloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onverschilligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongeïnteresseerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afgestomptheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- ongevoeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gevoelsarmoede [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgestomptheid	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit
gedachteloos zijn	Dösen; Gedankenlosigkeit
gedachteloosheid	Gedankenlosigkeit; Unüberlegtheit
gesuf	Dösen; Gedankenlosigkeit
gevoelloosheid	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit	Betäubung; Emotionslosigkeit; Gefühllosigkeit
gevoelsarmoede	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit
ongevoeligheid	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit	Emotionslosigkeit; Gefühllosigkeit
ongeïnteresseerdheid	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit
onnadenkendheid	Gedankenlosigkeit; Unüberlegtheit
onverschilligheid	Empfindungslosigkeit; Gedankenlosigkeit; Gefühllosigkeit; Gleichgültigkeit; Kaltblütigkeit; Unempfindlichkeit	Laschheit; Lauheit; Laxheit; Trägheit
suffen	Dösen; Gedankenlosigkeit
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gedachteloos zijn		duseln; dösen; einNickerchenmachen; schlummern
suffen		duseln; dösen; einNickerchenmachen; schlummern

Konfusion; Verstörtheit; Verwirrung; Zerfahrenheit; Zerstreutheit; Beschwerde; Krankheitszeichen; Symptom