Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gebirge:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gebirge (Duits) in het Nederlands

Gebirge:

Gebirge [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gebirge
    het gebergte; de bergketen
  2. Gebirge
    de berg
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gebirge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berg Gebirge Anhäufung; Aufhäufung; Berg; Haufen; Klumpen; Masse; Menge; große Masse
bergketen Gebirge
gebergte Gebirge

Synoniemen voor "Gebirge":

  • Bergkette; Gebirgsformation; Gebirgskette; Gebirgsrücken; Gebirgszug; Höhenrücken; Höhenzug; Kordillere; Rücken

Wiktionary: Gebirge

Gebirge Gebirge
noun
  1. een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen

Cross Translation:
FromToVia
Gebirge bergketen mountain range — series of mountain lines
Gebirge berg; gebergte montagne — géographie|nocat=1 relief topographique présentant des versants prononcés (par opposition à « haut plateau » situé en altitude mais ne présentant pas le caractère montagneux).

Verwante vertalingen van Gebirge