Duits
Uitgebreide vertaling voor Gastwirtschaft (Duits) in het Nederlands
Gastwirtschaft:
-
die Gastwirtschaft (Kneipe; Gaststätte; Schenke; Gasthaus; Wirtsstube; Wirtschaft; Wirtshaus)
-
die Gastwirtschaft (Café; Kneipe; Krug; Gaststätte; Gasthof; Schenke; Wirtschaft; Gasthaus; Lokalität; Wirtshaus; Schankwirtschaft; Ausschank; Gasthäuser)
-
die Gastwirtschaft (Wirtsstube; Schankwirtschaft)
de gelagkamer -
die Gastwirtschaft (Café; Kneipe; Gaststätte; Wirtshaus; Kantine; Erfrischungsraum; Schenke; Schankwirtschaft; Wirtsstube)
-
die Gastwirtschaft (Kneipe; Krug; Gasthaus; Gasthäuser; Wirtschaft; Gaststätte; Café; Wirtshaus; Ausschank; Schenke; Schankwirtschaft; Lokalität)
-
die Gastwirtschaft (Schankwirtschaft; Gaststätte; Wirtshaus; Wirtsstube; Kneipe; Schenke)
-
die Gastwirtschaft (Kneipe; Krug; Gaststätte; Wirtshaus; Ausschank; Schenke; Schankwirtschaft; Wirtsstube)
de coffeeshop -
die Gastwirtschaft (Schankwirtschaft; Ausschank; Kneipe; Gaststätte; Krug; Café; Wirtshaus; Schenke; Ausflugslokal; Wirtsstube)
de uitspanning -
die Gastwirtschaft (Gasthaus; Herberge; Hotelherberge; Gaststätte)
-
Gastwirtschaft (Gasthaus)
Vertaal Matrix voor Gastwirtschaft:
Synoniemen voor "Gastwirtschaft":
Computer vertaling door derden: