Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gamma:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gamma (Duits) in het Nederlands

Gamma:

Gamma [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gamma (Spektrum; Skala)
    het spectrum; de scala; de gamma
    • spectrum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scala [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gamma [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gamma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gamma Gamma; Skala; Spektrum Farbenskala; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Skala
scala Gamma; Skala; Spektrum
spectrum Gamma; Skala; Spektrum

Wiktionary: Gamma

Gamma
noun
  1. Figur aus der Disney-Comicwelt um Entenhausen: Wesen aus einer anderen Dimension und Freund von Micky Maus.
  2. Name des dritten griechischen Buchstabens (Majuskel: Γ, Minuskel: γ)

Cross Translation:
FromToVia
Gamma gamma gamma — the name of the third letter of the Greek alphabet