Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fuge:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fuge (Duits) in het Nederlands

Fuge:

Fuge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fuge (Naht; Schweißnaht; Spalt)
    de voeg; de naad
    • voeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • naad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Fuge
    de fuga
    • fuga [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Fuge (Nute; Spalt; Falz; )
    de sponning

Vertaal Matrix voor Fuge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuga Fuge
naad Fuge; Naht; Schweißnaht; Spalt
sponning Einschnitt; Falz; Fuge; Furche; Nute; Schlitz; Spalt
voeg Fuge; Naht; Schweißnaht; Spalt

Synoniemen voor "Fuge":