Freigebigkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Freigebigkeit:
- royaliteit; goedgeefsheid; vrijgevigheid; ruimhartigheid; gulheid; scheutigheid; welwillendheid; clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid
Wiktionary:
- Freigebigkeit → gulheid, vrijgevigheid, goedgeefsheid, generositeit, munificentie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Freigebigkeit (Duits) in het Nederlands

Freigebigkeit:

Freigebigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Freigebigkeit (Großzügigkeit)
de royaliteit; de goedgeefsheid; de vrijgevigheid; de ruimhartigheid; de gulheid; de scheutigheid
- royaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- goedgeefsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vrijgevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ruimhartigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gulheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scheutigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Freigebigkeit (Nachsicht; Rücksichtnahme; Güte; Toleranz; Verträglichkeit; Konzession; Weichheit; Weiche; Erwägung; Nachgiebigkeit; Milde; Sanftmut; Sanftheit; Gutmütigkeit; Mildtätigkeit; Duldsamkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit)
de welwillendheid; de clementie; de compassie; de goedertierenheid; de mildheid
- welwillendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- clementie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- compassie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- goedertierenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mildheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Freigebigkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clementie	Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit	Duldsamkeit; Gutartigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit
compassie	Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit
goedertierenheid	Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit	Barmherzigkeit; Gnade; Güte; Milde
goedgeefsheid	Freigebigkeit; Großzügigkeit	Großzügigkeit
gulheid	Freigebigkeit; Großzügigkeit
mildheid	Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit	Großzügigkeit
royaliteit	Freigebigkeit; Großzügigkeit
ruimhartigheid	Freigebigkeit; Großzügigkeit
scheutigheid	Freigebigkeit; Großzügigkeit
vrijgevigheid	Freigebigkeit; Großzügigkeit
welwillendheid	Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit	Entgegenkommen; Liebeswerk; Wohltat; Wohltätigkeit; Wohlwollen

Synoniemen voor "Freigebigkeit":

Freigiebigkeit; Spendierfreudigkeit

Wiktionary: Freigebigkeit

Cross Translation:

From	To	Via
• Freigebigkeit	→ gulheid; vrijgevigheid; goedgeefsheid; generositeit; munificentie	↔ munificence — the quality of being munificent; generosity

Remove Ads

Vertaal Freigebigkeit van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Freigebigkeit (Duits) in het Nederlands

Freigebigkeit:

Freigebigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Freigebigkeit (Großzügigkeit)

die Freigebigkeit (Nachsicht; Rücksichtnahme; Güte; Toleranz; Verträglichkeit; Konzession; Weichheit; Weiche; Erwägung; Nachgiebigkeit; Milde; Sanftmut; Sanftheit; Gutmütigkeit; Mildtätigkeit; Duldsamkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit)

Vertaal Matrix voor Freigebigkeit:

Synoniemen voor "Freigebigkeit":

Wiktionary: Freigebigkeit