Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fokus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fokus (Duits) in het Nederlands

Fokus:

Fokus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fokus (Brennpunkt)
    de focus; het brandpunt
    • focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • brandpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Fokus
    de focus
    • focus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fokus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brandpunt Brennpunkt; Fokus
focus Brennpunkt; Fokus

Synoniemen voor "Fokus":


Wiktionary: Fokus

Fokus
noun
  1. Optik: Punkt, in dem sich achsenparallel einfallende Strahlen nach der Brechung durch eine Linse bzw. Reflexion durch einen Hohlspiegel schneiden

Cross Translation:
FromToVia
Fokus brandpunt; focus focus — in optics
Fokus brandpunt focus — fact of the convergence of light on the photographic medium
Fokus brandpunt focus — quality of the convergence of light on the photographic medium