Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fischhändler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fischhändler (Duits) in het Nederlands

Fischhändler:

Fischhändler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fischhändler
    de vishandelaar; de visboer
  2. der Fischhändler
    viskoper

Vertaal Matrix voor Fischhändler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
visboer Fischhändler
vishandelaar Fischhändler
viskoper Fischhändler

Wiktionary: Fischhändler

Fischhändler
noun
  1. een handelaar die gespecialiseerd is in de verkoop van vis

Cross Translation:
FromToVia
Fischhändler vishandelaar fishmonger — person who sells fish