Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Führer:
- aanvoerder; leider; hoofd; hoofdman; gids; begeleider; loods; leidsman; leidraad; beknopte handleiding; reisgids; reisleider; reisleidster; bevelhebber; meester; baas; beheerser; gebieder; voorzitter; bestuurder; manager; kopstuk; chauffeur; rijder; wagenbestuurder; reisbegeleider; schipper; kapitein; scheepskapitein; rondleider; commandant; geleider; elektriciteitsgeleider
-
Wiktionary:
- Führer → leider
- Führer → aanvoerder, leidster, leider, aanvoerster, hoofd, baas, chef, opperhoofd
Duits
Uitgebreide vertaling voor Führer (Duits) in het Nederlands
Führer:
-
der Führer (HauptmanneinerGruppe; Leiter; Hauptmann; Anführer; Chef; Gebieter; Vorstand)
-
der Führer (Reiseführer; Lotse)
-
der Führer (kurze Anleitung; Leitfaden; Wegweiser; Handbuch)
-
der Führer (Reiseleiter; Fremdenführer)
-
der Führer (Gebieter; Herrscher; Gewalthaber)
-
der Führer (Vorsitzender; Anführer)
-
der Führer (Chauffeur; Fahrer; Frachtführer; Wagenführer; Lenker; Fuhrmann; Reiter)
-
der Führer (Reiseführer; Wegweiser)
-
der Führer (Kapitän; Hauptmann; Anführer; Kommandant)
-
der Führer (Reiseführer)
-
der Führer (Kapitän; Geschützführer; Kommandant; Anführer; Anführerin; Schiffskapitän; Hauptmann; Hauptmänner; Gebieter; Kommandeur)
-
der Führer (Elektrizitätsleiter; Leiter; Schiene; Begleiter)
Vertaal Matrix voor Führer:
Synoniemen voor "Führer":
Wiktionary: Führer
Führer
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Führer | → aanvoerder; leidster; leider; aanvoerster | ↔ leader — one having authority |
• Führer | → hoofd; aanvoerder; baas; chef; opperhoofd | ↔ chef — Celui ou celle qui être à la tête d’un corps, d’une assemblée, etc., qui y a le premier rang et la principale autorité. |
Computer vertaling door derden: