Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fälscher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fälscher (Duits) in het Nederlands

Fälscher:

Fälscher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fälscher (Nachahmer; Verfälscher)
    nabootser; de imitator; de namaker; de vervalser
    • nabootser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • imitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • namaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vervalser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Fälscher
    geldnamaker

Vertaal Matrix voor Fälscher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geldnamaker Fälscher
imitator Fälscher; Nachahmer; Verfälscher Imitator; Nachfolger
nabootser Fälscher; Nachahmer; Verfälscher Imitator; Nachfolger
namaker Fälscher; Nachahmer; Verfälscher
vervalser Fälscher; Nachahmer; Verfälscher

Synoniemen voor "Fälscher":


Wiktionary: Fälscher


Cross Translation:
FromToVia
Fälscher vervalser forger — Person who falsifies documents with intent to defraud, eg, to create a false will.
Fälscher vervalser faussaire — Celui, celle qui fait un faux

Verwante vertalingen van Fälscher