Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Exodus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Exodus (Duits) in het Nederlands

Exodus:

Exodus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Exodus (Auszug)
    de exodus; de uittocht
    • exodus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uittocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Exodus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exodus Auszug; Exodus Auslauf; Leerlauf
uittocht Auszug; Exodus

Synoniemen voor "Exodus":

  • Massenflucht; massenhaftes Verlassen; panische Flucht
  • Abwanderung; Auswanderung; Emigration

Wiktionary: Exodus


Cross Translation:
FromToVia
Exodus Exodus Exodus — book of Torah and Old Testament
Exodus Uittocht; Exodus Exodus — departure of Hebrew slaves
Exodus uittocht; exodus exodus — sudden departure
Exodus uittocht exode — Départ en masse