Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Erzähler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erzähler (Duits) in het Nederlands

Erzähler:

Erzähler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Erzähler
    de verteller; verhaler
  2. der Erzähler (Plauderer)
    de keuvelaar; de babbelaar; de prater; de kouter; de theetante; de klapekster
    • keuvelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • babbelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • prater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kouter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • theetante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • klapekster [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erzähler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbelaar Erzähler; Plauderer Faselhans; Faseltante; Karamelle; Klatschbase; Plapperer; Quatschkopf; jemand der sehr viel Unsinn redet
keuvelaar Erzähler; Plauderer
klapekster Erzähler; Plauderer
kouter Erzähler; Plauderer
prater Erzähler; Plauderer
theetante Erzähler; Plauderer
verhaler Erzähler
verteller Erzähler

Synoniemen voor "Erzähler":

  • narrative Instanz

Wiktionary: Erzähler

Erzähler
noun
  1. een persoon die vertelt

Cross Translation:
FromToVia
Erzähler verteller; vertelster narrator — in story

Computer vertaling door derden: