Ermunterung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Ermunterung:
- bemoediging; stimulering; stimulans; aansporing; prikkel; aanmoediging; opwekking; animering; opmontering; vertroosting

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ermunterung (Duits) in het Nederlands

Ermunterung:

Ermunterung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ermunterung (Ermutigung; Anspornung; Zuspruch)
de bemoediging; de stimulering
- bemoediging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stimulering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Ermunterung (Anregung; Stimulanz; Ermutigung; Anreiz; Triebkraft; Reiz; Anstoß; Impuls; Ansporn)
de stimulering; de stimulans; de aansporing; de prikkel; de aanmoediging; de opwekking; animering
- stimulering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stimulans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aansporing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aanmoediging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opwekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- animering [znw.] zelfstandig naamwoord
die Ermunterung (Ermutigung; Zuspruch)
de opmontering; de vertroosting; de bemoediging
- opmontering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vertroosting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bemoediging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ermunterung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanmoediging	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Anfeuern; Anregen; Anspornen; Anspornung; Antreiben
aansporing	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Anfeuern; Anregen; Anspornen; Anspornung; Antreiben
animering	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Anreiz; Ansporn; Anstoß; Aufschwung; Aufstieg; Impuls
bemoediging	Anspornung; Ermunterung; Ermutigung; Zuspruch
opmontering	Ermunterung; Ermutigung; Zuspruch
opwekking	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Anfeuern; Anregen; Anreiz; Ansporn; Anspornen; Anspornung; Anstoß; Antreiben; Aufschwung; Aufstieg; Impuls
prikkel	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Andrang; Anfeuern; Animieren; Anregen; Anregung; Anreiz; Anreizen; Ansporn; Anspornen; Anstoß; Anstoßen; Antreiben; Aufschwung; Aufstieg; Einfall; Impuls; Laune; Reiz; Stimulanz
stimulans	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft	Anfeuern; Anregen; Anregung; Anreiz; Anspornen; Anspornung; Antreiben; Impuls; Reiz; Stimulanz
stimulering	Anregung; Anreiz; Ansporn; Anspornung; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft; Zuspruch
vertroosting	Ermunterung; Ermutigung; Zuspruch	Trost; Tröstung; Vertröstung
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stimulans		Stimulans

Synoniemen voor "Ermunterung":

Aufmunterung; Ermutigung

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Ermunterung van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Ermunterung (Duits) in het Nederlands

Ermunterung:

Ermunterung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ermunterung (Ermutigung; Anspornung; Zuspruch)

die Ermunterung (Anregung; Stimulanz; Ermutigung; Anreiz; Triebkraft; Reiz; Anstoß; Impuls; Ansporn)

die Ermunterung (Ermutigung; Zuspruch)

Vertaal Matrix voor Ermunterung:

Synoniemen voor "Ermunterung":