Duits

Uitgebreide vertaling voor Ermahnung (Duits) in het Nederlands

Ermahnung:

Ermahnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ermahnung (Mahnung)
    de aanmaning; de herinnering; aansporing tot plicht
  2. die Ermahnung (Mahnung)
    het vermaan
    • vermaan [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ermahnung (Verwarnung; Mahnung; Zurechtweisung; Tadel)
    de waarschuwing; de vermaning
  4. die Ermahnung (dringender Ermahnung; Mahnung)
    de aanmaning; dringend verzoek
  5. die Ermahnung (Tadel; Verweis; Rüffel; )
    de reprimande; het standje; de berisping; de terechtwijzing

Vertaal Matrix voor Ermahnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaning Ermahnung; Mahnung; dringender Ermahnung Mahnschreiben
aansporing tot plicht Ermahnung; Mahnung
berisping Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung Belehrung; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
dringend verzoek Ermahnung; Mahnung; dringender Ermahnung
herinnering Ermahnung; Mahnung Abberufung; Andenken; Denkschrift; Denkwürdigkeit; Erinnerung; Erinnerungsvermögen; Errinerung; Gedächtnis; Mahnung; Memorandum; Souvenirs
reprimande Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung Belehrung; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
standje Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung Belehrung; Haltung; Körperhaltung; Postur; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
terechtwijzing Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung Belehrung; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
vermaan Ermahnung; Mahnung
vermaning Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung
waarschuwing Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung Benachrichtigung; Warnung

Synoniemen voor "Ermahnung":



Verwante vertalingen van Ermahnung