Erfindung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Erfindung:
- uitvinding; vinding; ontdekking; vondst; fictie; sprookje; fabel; verdichting; verzinsel; leugen; verdichtsel; bedenksel; uitdenking; openbaring; verrassende ontdekking
Wiktionary:
- Erfindung → uitvinding
- Erfindung → creatie, uitvinding, voorstelling, vinding, bedenksel, uitvindsel, verzinsel

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erfindung (Duits) in het Nederlands

die Erfindung (Entdeckung)
de uitvinding; de vinding
- uitvinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfindung (Entdeckung)
de ontdekking; de vinding; de vondst
- ontdekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vondst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfindung (Märchen; Fabel; Geschichte; Sage; Erdichtung; Erzählung; Verdichtung; Gleichnis)
de fictie; het sprookje; de fabel; de verdichting; het verzinsel; de leugen; het verdichtsel; het bedenksel
- fictie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- sprookje [het ~] zelfstandig naamwoord
- fabel [de ~] zelfstandig naamwoord
- verdichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verzinsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- leugen [de ~] zelfstandig naamwoord
- verdichtsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- bedenksel [het ~] zelfstandig naamwoord
die Erfindung (Fund)
de vinding; uitdenking; de vondst
- vinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitdenking [znw.] zelfstandig naamwoord
- vondst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfindung (überraschende entdeckung; Erleuchtung; Enthüllung; Eröffnung; Entdeckung)
de openbaring; verrassende ontdekking
- openbaring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verrassende ontdekking [znw.] zelfstandig naamwoord
die Erfindung
de uitvinding
- uitvinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedenksel	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
fabel	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
fictie	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
leugen	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung	Gaukelei; Irreführung; Lüge; Schummelei; Schwindelei; Täuschung; Unwahrkeit
ontdekking	Entdeckung; Erfindung
openbaring	Entdeckung; Enthüllung; Erfindung; Erleuchtung; Eröffnung; überraschende entdeckung
sprookje	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung	Erzählung; Fabel; Märchen
uitdenking	Erfindung; Fund
uitvinding	Entdeckung; Erfindung
verdichting	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
verdichtsel	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung	Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung
verrassende ontdekking	Entdeckung; Enthüllung; Erfindung; Erleuchtung; Eröffnung; überraschende entdeckung
verzinsel	Erdichtung; Erfindung; Erzählung; Fabel; Geschichte; Gleichnis; Märchen; Sage; Verdichtung
vinding	Entdeckung; Erfindung; Fund
vondst	Entdeckung; Erfindung; Fund

Erfindung

noun

besondere, nicht auf der Hand liegende, materielle Konstrukte oder Verfahren, die neue und nützliche Anwendungen ermöglichen
- Erfindung → uitvinding

Cross Translation:

From	To	Via
• Erfindung	→ creatie; uitvinding	↔ creation — something created such as an invention or artwork
• Erfindung	→ uitvinding	↔ invention — something invented
• Erfindung	→ uitvinding; voorstelling; vinding; bedenksel; uitvindsel; verzinsel	↔ invention — disposition de l’esprit à inventer.