Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Episode:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Episode (Duits) in het Nederlands

Episode:

Episode [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Episode (Folge; Ausgabe; Nummer)
    de episode
    • episode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Episode:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
episode Ausgabe; Episode; Folge; Nummer

Synoniemen voor "Episode":


Wiktionary: Episode

Episode
noun
  1. (medisch, nld) op zichzelf staande gebeurtenis

Cross Translation:
FromToVia
Episode gebeuren; episode episode — incident or action connected with a series of events
Episode aflevering; episode episode — installment of a drama told in parts