Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Entsenden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Entsenden (Duits) in het Nederlands

Entsenden:

Entsenden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Entsenden
    detacheren

Vertaal Matrix voor Entsenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
detacheren Entsenden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
detacheren abkoppeln; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; einstellen; engagieren; entfesseln; entknoten; entkoppeln; enträtseln; entwirren; in Lohndienst einstellen; locker machen; lockern; losbekommen; loskriegen; loslösen; losmachen; lösen; trennen; unterbrechen