Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Eiter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eiter (Duits) in het Nederlands

Eiter:

Eiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Eiter
    de pus; de etter
    • pus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Eiter (Ausscheidung)
    de afscheiding; wondvocht

Vertaal Matrix voor Eiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afscheiding Ausscheidung; Eiter Absonderung; Abspaltung; Abtrennung; Drahtgitter; Einzäunung; Gatter; Gitter; Gitterzaun; Glaubensspaltung; Isolierung; Schisma; Spaltung; Trennung; Umzäunung; Vergitterung; Zaun
etter Eiter Dreckskerl
pus Eiter
wondvocht Ausscheidung; Eiter

Wiktionary: Eiter

Eiter
noun
  1. wittig vocht met witte bloedlichaampjes en bacteriën dat bij een ontsteking afgescheiden wordt

Cross Translation:
FromToVia
Eiter etter; pus pus — fluid found in regions of infection
Eiter pus pus — Matière liquide qui se forme dans les abcès

Computer vertaling door derden: