Einwohner in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Einwohner:
- inwoner; bewoner; huisbewoner; ingezetene; lokale bevolking; oorpronkelijke bewoner; autochtoon; inboorling; inlander; ingeborene
Wiktionary:
- Einwohner → bewoner
- Einwohner → burger, stadsburger, poorter, inwoner, bewoner

Duits

Uitgebreide vertaling voor Einwohner (Duits) in het Nederlands

der Einwohner (Mitbewohner; Zimmerbewohner; Mieter)
de inwoner; de huisbewoner
- inwoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- huisbewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de bewoner
– wie in een gebied of een huis woont ¹
- bewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - de bewoners van deze flat voeren actie¹
der Einwohner (Eingesessene)
de ingezetene
- ingezetene [de ~] zelfstandig naamwoord
der Einwohner (Ureinwohner)
lokale bevolking
- lokale bevolking [znw.] zelfstandig naamwoord
der Einwohner (Eingeborene; Einheimische; Ureinwohner)
oorpronkelijke bewoner; autochtoon; de inboorling; de inlander; ingeborene
- oorpronkelijke bewoner [znw.] zelfstandig naamwoord
- autochtoon [znw.] zelfstandig naamwoord
- inboorling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- inlander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ingeborene [znw.] zelfstandig naamwoord
der Einwohner (Bewohner)
de inwoner
- inwoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de bewoner
– wie in een gebied of een huis woont ¹
- bewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - de bewoners van deze flat voeren actie¹

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autochtoon	Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
bewoner	Bewohner; Einwohner; Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner
huisbewoner	Einwohner; Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner
inboorling	Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
ingeborene	Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
ingezetene	Eingesessene; Einwohner
inlander	Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
inwoner	Bewohner; Einwohner; Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner
lokale bevolking	Einwohner; Ureinwohner
oorpronkelijke bewoner	Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autochtoon		autochton; eingeboren; einheimisch; einheimische; inländisch

Einwohner

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Einwohner	→ burger; stadsburger; poorter	↔ citizen — legal resident of a city
• Einwohner	→ inwoner; burger	↔ citizen — resident of any particular place
• Einwohner	→ bewoner; inwoner	↔ inhabitant — Someone or thing who lives in a place
• Einwohner	→ bewoner; inwoner	↔ habitant — personne qui passer une partie importante de sa vie dans un lieu donné.

Computer vertaling door derden: