Einkäufer in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Einkäufer:
- inkoper; aankoper; koper; inkoopagent; opkoopster; opkoper; koopster
Wiktionary:
- Einkäufer → koper, aankoper, klant, inkoper, opkoper, afnemer

Duits

Uitgebreide vertaling voor Einkäufer (Duits) in het Nederlands

der Einkäufer
de inkoper
- inkoper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Einkäufer
aankoper; de koper
- aankoper [znw.] zelfstandig naamwoord
- koper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Einkäufer
inkoopagent
- inkoopagent [znw.] zelfstandig naamwoord
der Einkäufer (Aufkäufer; Aufkäuferin)
opkoopster; de opkoper; de koper; de koopster
- opkoopster [znw.] zelfstandig naamwoord
- opkoper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- koper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- koopster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aankoper	Einkäufer
inkoopagent	Einkäufer
inkoper	Einkäufer
koopster	Aufkäufer; Aufkäuferin; Einkäufer
koper	Aufkäufer; Aufkäuferin; Einkäufer	Erwerber; Klient; Kunde; Kupfer; Käufer
opkoopster	Aufkäufer; Aufkäuferin; Einkäufer
opkoper	Aufkäufer; Aufkäuferin; Einkäufer

Cross Translation:

From	To	Via
• Einkäufer	→ koper; aankoper; klant; inkoper	↔ buyer — person who makes purchases
• Einkäufer	→ inkoper; opkoper; afnemer; klant; koper	↔ acheteur — Celui, celle qui acheter.