Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Einband:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einband (Duits) in het Nederlands

Einband:

Einband [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Einband (Buchumschlag; Umschlag; Einschlag)
    de boekomslag; de omslag; de kaft
    • boekomslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • omslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kaft [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Einband
    de boekband
    • boekband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einband:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boekband Einband
boekomslag Buchumschlag; Einband; Einschlag; Umschlag
kaft Buchumschlag; Einband; Einschlag; Umschlag
omslag Buchumschlag; Einband; Einschlag; Umschlag Abwandlung; Abänderung; Kenterung; Kuvert; Schutzumschlag; Trendwende; Umbiegen; Umbruch; Umgestaltung; Umkehr; Umschlag; Umschlagen; Umschwung; Veränderung; Wandel; Wandlung; Wechsel; Wende; Wendung; Änderung

Synoniemen voor "Einband":


Wiktionary: Einband


Cross Translation:
FromToVia
Einband omslag; kaft; cover cover — front and back of a book or a magazine