Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Drohung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Drohung (Duits) in het Nederlands

Drohung:

Drohung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Drohung (Feindlichkeit; Gefahr; Fährnis)
    de dreiging
    • dreiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Drohung (Bedrohung)
    de bedreiging; het dreigement
  3. die Drohung (Gefahr)
    de ramp; het gevaar; het onheil; onheilsdreiging

Vertaal Matrix voor Drohung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedreiging Bedrohung; Drohung
dreigement Bedrohung; Drohung
dreiging Drohung; Feindlichkeit; Fährnis; Gefahr
gevaar Drohung; Gefahr Gefahr; Unsicherheit
onheil Drohung; Gefahr Elend; Katastrophe; Malheur; Mißgeschick; Not; Pech; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Widerwärtigkeiten
onheilsdreiging Drohung; Gefahr
ramp Drohung; Gefahr Elend; Katastrophe; Malheur; Mißgeschick; Not; Pech; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Tragödie; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Widerwärtigkeiten; Zusammenbruch

Synoniemen voor "Drohung":


Wiktionary: Drohung

Drohung
noun
  1. een alleen nog uitgesproken bestraffende behandeling

Cross Translation:
FromToVia
Drohung dreiging; bedreiging; dreigement menace — Parole ou geste pour marquer sa colère, son ressentiment et pour faire craindre le mal qu’on prépare.

Computer vertaling door derden: