Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Dröhnen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dröhnen (Duits) in het Nederlands

Dröhnen:

Dröhnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dröhnen (Schläge)
    het bonzen; het dreunen
    • bonzen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dreunen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Dröhnen (Gedröhn; Gedröhne)
    het dreunen; denderen; daveren
    • dreunen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • denderen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • daveren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dröhnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonzen Dröhnen; Schläge
daveren Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne
denderen Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne
dreunen Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne; Schläge
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonzen bimmeln; bumsen; hämmern; klingeln; läuten; schellen
daveren brüllen; dröhnen; krachen; lärmen; poltern
denderen dröhnen; krachen
dreunen dröhnen; krachen

Synoniemen voor "Dröhnen":


Wiktionary: Dröhnen


Cross Translation:
FromToVia
Dröhnen gebrom drone — hum or buzz