Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Dosis:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dosis (Duits) in het Nederlands

Dosis:

Dosis [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dosis (Portion; Abgabe; Dose; Gabe)
    de dosis; de portie
    • dosis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • portie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dosis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dosis Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion
portie Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion Anteil; Portion; Ration; Teil

Synoniemen voor "Dosis":


Wiktionary: Dosis

Dosis
noun
  1. genau abgemessene Menge eines Medikaments
Dosis
noun
  1. hoeveelheid van een geneesmiddel

Cross Translation:
FromToVia
Dosis doos dose — measured portion of medicine