Disziplin in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Disziplin (Duits) in het Nederlands

die Disziplin (Fachwissenschaft; Fachgebiet; Fach; Sektor)
tak van wetenschap; de discipline
- tak van wetenschap [znw.] zelfstandig naamwoord
- discipline [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Disziplin (Zucht; Ordnung; Anordnung; Vorschrift; Fügung; Verordnung; Regel; Bestimmung; Unterwerfung; Verfügung)
de discipline; de onderwerping; de gehoorzaamheid; de orde; de dwang; de tucht
- discipline [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderwerping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gehoorzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- orde [de ~] zelfstandig naamwoord
- dwang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tucht [de ~] zelfstandig naamwoord
die Disziplin (Gehorsamkeit; Anordnung; Verordnung; Vorschrift; Unterwerfung; Folgsamkeit)
de onderwerping; de gehoorzaamheid
- onderwerping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gehoorzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
discipline	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fach; Fachgebiet; Fachwissenschaft; Fügung; Ordnung; Regel; Sektor; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
dwang	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht	Druck; Durchsetzung; Pression; Zwang
gehoorzaamheid	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Folgsamkeit; Fügung; Gehorsamkeit; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
onderwerping	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Folgsamkeit; Fügung; Gehorsamkeit; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
orde	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht	Anordnung; Bestimmung; Dienstordnung; Fusion; Gebot; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gesetz; Gilde; Gleichmäßigkeit; Gruppe; Handwerksgilde; Klasse; Klub; Korporation; Kreis; Ordnung; Position; Rang; Rangordnung; Regelmäßigkeit; Regelung; Reglement; Richtlinie; Runde; Satzung; Schicht; Stand; Statut; Symmetrie; Verein; Vereinigung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift
tak van wetenschap	Disziplin; Fach; Fachgebiet; Fachwissenschaft; Sektor
tucht	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht

Fach; Fachbereich; Fachdisziplin; Fachgebiet; Kunde; Wissenschaftsdisziplin; Wissenschaftszweig; Wissenszweig; Thema; Themenbereich; Themenkreis
Selbstbeherrschung; Selbstdisziplin; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug

Cross Translation:

From	To	Via
• Disziplin	→ (<a class="defDestWord" href="https://www.interglot.nl/woordenboek/nl/de/search?q=zelf" title="Vertaal 'zelf' van Nederlands naar Duits"><span lang="nl">zelf</span></a>)<a class="defDestWord" href="https://www.interglot.nl/woordenboek/nl/de/search?q=beheersing" title="Vertaal 'beheersing' van Nederlands naar Duits"><span lang="nl">beheersing</span></a>; discipline	↔ discipline — controlled behaviour, self-control
• Disziplin	→ discipline; branche	↔ discipline — specific branch or knowledge or learning
• Disziplin	→ branche; discipline; tak	↔ discipline — category in which a certain activity belongs
• Disziplin	→ afdeling; geleding; sectie; tak	↔ branche — Traductions à trier suivant le sens
• Disziplin	→ discipline; gesel	↔ discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.