Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Despot:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Despot (Duits) in het Nederlands

Despot:

Despot [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Despot (Tyrann; Wüterich)
    de dwingeland

Vertaal Matrix voor Despot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwingeland Despot; Tyrann; Wüterich

Synoniemen voor "Despot":


Wiktionary: Despot

Despot
noun
  1. Staatsoberhaupt, das willkürlich und absolut herrscht
Despot
noun
  1. politiek|nld onderdrukkend alleenheerser