Derbheit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Derbheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Derbheit (Ungeschliffenheit)
de boersheid
- boersheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Roheit; Härte; Grobheit)
de ruwheid; de hardhandigheid
- ruwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hardhandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (unverschämte Bemerkung; Roheit; Grobheit; Plumpheit; Flegelhaftigkeit; Garstigkeit; Schroffheit)
de onbeschaafdheid; de grofheid; onbeschofte uitlating
- onbeschaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbeschofte uitlating [znw.] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Plattheit; Vulgarität)
de vulgariteit; de platvloersheid; de platheid
- vulgariteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- platvloersheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- platheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Rauheit)
ruw van makelij; de grofheid
- ruw van makelij [znw.] zelfstandig naamwoord
- grofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Struppigkeit; Rauheit)
borsteligheid
- borsteligheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Unebenheit; Rauheit; Struppigkeit; Rauhhaarigkeit)
de oneffenheid; de ruwheid; hobbeligheid
- oneffenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ruwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hobbeligheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Unhöflichkeit; Roheit; Grobheit; Plumpheit; Flegelhaftigkeit; Schroffheit)
onhoffelijkheid
- onhoffelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Derbheit (Grobheit; Garstigkeit)
de grofheid; schofterigheid
- grofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schofterigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boersheid	Derbheit; Ungeschliffenheit
borsteligheid	Derbheit; Rauheit; Struppigkeit
grofheid	Derbheit; Flegelhaftigkeit; Garstigkeit; Grobheit; Plumpheit; Rauheit; Roheit; Schroffheit; unverschämte Bemerkung
hardhandigheid	Derbheit; Grobheit; Härte; Roheit
hobbeligheid	Derbheit; Rauheit; Rauhhaarigkeit; Struppigkeit; Unebenheit
onbeschaafdheid	Derbheit; Flegelhaftigkeit; Garstigkeit; Grobheit; Plumpheit; Roheit; Schroffheit; unverschämte Bemerkung	Frechheit; Unverschämtheit
onbeschofte uitlating	Derbheit; Flegelhaftigkeit; Garstigkeit; Grobheit; Plumpheit; Roheit; Schroffheit; unverschämte Bemerkung
oneffenheid	Derbheit; Rauheit; Rauhhaarigkeit; Struppigkeit; Unebenheit	Unebenheit
onhoffelijkheid	Derbheit; Flegelhaftigkeit; Grobheit; Plumpheit; Roheit; Schroffheit; Unhöflichkeit
platheid	Derbheit; Plattheit; Vulgarität	Banalität; Trivialität
platvloersheid	Derbheit; Plattheit; Vulgarität
ruw van makelij	Derbheit; Rauheit
ruwheid	Derbheit; Grobheit; Härte; Rauheit; Rauhhaarigkeit; Roheit; Struppigkeit; Unebenheit
schofterigheid	Derbheit; Garstigkeit; Grobheit
vulgariteit	Derbheit; Plattheit; Vulgarität

Vertaal Derbheit van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Derbheit (Duits) in het Nederlands

Derbheit:

Derbheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Derbheit (Ungeschliffenheit)

die Derbheit (Roheit; Härte; Grobheit)

die Derbheit (unverschämte Bemerkung; Roheit; Grobheit; Plumpheit; Flegelhaftigkeit; Garstigkeit; Schroffheit)

die Derbheit (Plattheit; Vulgarität)

die Derbheit (Rauheit)

die Derbheit (Struppigkeit; Rauheit)

die Derbheit (Unebenheit; Rauheit; Struppigkeit; Rauhhaarigkeit)

die Derbheit (Unhöflichkeit; Roheit; Grobheit; Plumpheit; Flegelhaftigkeit; Schroffheit)

die Derbheit (Grobheit; Garstigkeit)

Vertaal Matrix voor Derbheit: