Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Degen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Degen (Duits) in het Nederlands

Degen:

Degen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Degen
    de degen
    • degen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. der Degen (Schwert; Säbel; Klinge; Rapier)
    de zwaard; brede degen
  3. der Degen (Säbel; Klinge; Schwert; Schneide; Rapier)
    het rapier; lange puntige degen
  4. der Degen (Schwerter; Säbel)
    de zwaarden; scheepszwaarden

Degen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Degen (Schwerter; Säbel)
    de degens
    • degens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Degen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brede degen Degen; Klinge; Rapier; Schwert; Säbel
degen Degen
degens Degen; Schwerter; Säbel
lange puntige degen Degen; Klinge; Rapier; Schneide; Schwert; Säbel
rapier Degen; Klinge; Rapier; Schneide; Schwert; Säbel
scheepszwaarden Degen; Schwerter; Säbel
zwaard Degen; Klinge; Rapier; Schwert; Säbel
zwaarden Degen; Schwerter; Säbel Schwerter; breite Degen

Synoniemen voor "Degen":


Wiktionary: Degen


Cross Translation:
FromToVia
Degen degen epee — A fencing sword

Verwante vertalingen van Degen