Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Dauer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dauer (Duits) in het Nederlands

Dauer:

Dauer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dauer (Zeitspanne; Länge)
    de tijdsduur; de duur; de tijdspanne; de lengte
    • tijdsduur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tijdspanne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lengte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Dauer
    de duur
    • duur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Dauer

Vertaal Matrix voor Dauer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duur Dauer; Länge; Zeitspanne
lengte Dauer; Länge; Zeitspanne Länge; lange Dauer
tijdsduur Dauer; Länge; Zeitspanne Abschnitt; Länge; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit
tijdspanne Dauer; Länge; Zeitspanne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouderdom berekenen Dauer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duur edel; kostbar; kostspielig; teuer
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouderdomsrangschikking Dauer Fälligkeit

Synoniemen voor "Dauer":


Wiktionary: Dauer


Cross Translation:
FromToVia
Dauer duur; tijdsduur duration — amount of time

Verwante vertalingen van Dauer