Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Darlehen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Darlehen (Duits) in het Nederlands

Darlehen:

Darlehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Darlehen (Hypothek; Kredit)
    de hypotheek; de lening; de geldlening
    • hypotheek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geldlening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. Darlehen (Vorschuß)
    het voorschot
  3. Darlehen (Kreditverleihung; Anleihe; Vorschuß; Kredit)
    de lening; de kredietverlening
  4. Darlehen (Kredit; Passiva; Lob; Kompliment)
    het krediet; het credit
    • krediet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • credit [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Darlehen
    de lening
    • lening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Darlehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
credit Darlehen; Kompliment; Kredit; Lob; Passiva
geldlening Darlehen; Hypothek; Kredit
hypotheek Darlehen; Hypothek; Kredit Hypothek
krediet Darlehen; Kompliment; Kredit; Lob; Passiva Kredit
kredietverlening Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
lening Anleihe; Darlehen; Hypothek; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
voorschot Darlehen; Vorschuß

Synoniemen voor "Darlehen":


Wiktionary: Darlehen


Cross Translation:
FromToVia
Darlehen lening loan — borrowed sum of money or other valuables