Dankbarkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dankbarkeit (Duits) in het Nederlands

die Dankbarkeit (Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Danken; Anerkennung; Dank; Erkennung; Anerkenntnis; Bewertung; Achtung; Würdigung)
de erkentelijkheid; de dankbaarheid; danken
- erkentelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dankbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- danken [znw.] zelfstandig naamwoord
die Dankbarkeit (Erkenntlichkeit; Anerkennung; Dank)
de erkentelijkheid; de dankbaarheid
- erkentelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dankbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dankbaarheid	Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Bewertung; Dank; Dankbarkeit; Danken; Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Erkennung; Würdigung
danken	Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Bewertung; Dank; Dankbarkeit; Danken; Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Erkennung; Würdigung	Dankbrief
erkentelijkheid	Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Bewertung; Dank; Dankbarkeit; Danken; Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Erkennung; Würdigung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
danken		abbestellen; ablehnen; absagen; abschlagen; ausschlagen; danken; sichbedanken; verdanken; zu verdanken haben; zurückweisen

Dankbarkeit

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Dankbarkeit	→ dankbaarheid	↔ gratitude — state of being grateful