Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Computer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Computer (Duits) in het Nederlands

Computer:

Computer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Computer (elektronische Datenverarbeitungsanlage; PC; EDV; Datenverarbeitungsanlage)
    de computer
    – machine die veel informatie kan verwerken 1
    • computer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • voor deze tekst gebruik ik de computer1
    PC
    • PC [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. der Computer
    de computer
    – machine die veel informatie kan verwerken 1
    • computer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • voor deze tekst gebruik ik de computer1

Computer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Computer (Rechner)
    de computers
    • computers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Computer

  1. Computer
    de Computer
    • Computer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Computer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Computer Computer
PC Computer; Datenverarbeitungsanlage; EDV; PC; elektronische Datenverarbeitungsanlage PC; Personalcomputer
computer Computer; Datenverarbeitungsanlage; EDV; PC; elektronische Datenverarbeitungsanlage
computers Computer; Rechner

Synoniemen voor "Computer":


Wiktionary: Computer

Computer
noun
  1. elektronisches, programmierbares Gerät zur Eingabe, Verarbeitung und Ausgabe von Daten
Computer
noun
  1. een machine die beschikt over een stoffelijke vorm ('lichaam') en een beslissingsmodel (programma)

Cross Translation:
FromToVia
Computer computer; rekenaar computer — a programmable device
Computer computer; rekenaar ordinateur — Machine électronique