Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Christus

Vertaal Christus van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Christus:
- Christus; Jezus; Jezus-Christus
Wiktionary:
- Christus → Christus

Duits

Uitgebreide vertaling voor Christus (Duits) in het Nederlands

Christus:

Christus [der ~] zelfstandig naamwoord

der Christus
de Christus
- Christus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Christus (Jesus)
Jezus; de Christus; Jezus-Christus
- Jezus [znw.] zelfstandig naamwoord
- Christus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- Jezus-Christus [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Christus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Christus	Christus; Jesus
Jezus	Christus; Jesus
Jezus-Christus	Christus; Jesus

Synoniemen voor "Christus":

Erlöser; Gottessohn; Heiland; Jehoschua; Jesus; Messias; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Chr.

Wiktionary: Christus

Cross Translation:

From	To	Via
• Christus	→ Christus	↔ Christ — title for Jesus of Nazareth

Verwante vertalingen van Christus

Wundmal des Christus