Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Chefs (Duits) in het Nederlands

Chefs:

Chefs [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Chefs
    de bazen; de chefs
    • bazen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • chefs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. die Chefs
    de gezagvoerders
  3. die Chefs (Leiter)
    de leidsmannen
  4. die Chefs (Leiter; Köpfe)
    de leiders; de hoofdmannen; de opperhoofden
  5. die Chefs (Schutzheiligen; Arbeitgeber)
    de patroons
    • patroons [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Chefs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bazen Chefs
chefs Chefs
gezagvoerders Chefs
hoofdmannen Chefs; Köpfe; Leiter Anführer; Köpfe; Oberhäupter; Vormann; Vormänner
leiders Chefs; Köpfe; Leiter Anführer; Köpfe; Oberhäupter; Vormann; Vormänner
leidsmannen Chefs; Leiter
opperhoofden Chefs; Köpfe; Leiter
patroons Arbeitgeber; Chefs; Schutzheiligen