Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Chassis:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Chassis (Duits) in het Nederlands

Chassis:

Chassis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Chassis (Fahrgestell; Fensterrahmen; Rahmen; Gerüst; Gestell)
    de chassis; het geraamte
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Chassis (Fahrgestell; Fußgestell; Gestell)
    de chassis; het onderstel
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Chassis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Fußgestell; Gerüst; Gestell; Rahmen
geraamte Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen
onderstel Chassis; Fahrgestell; Fußgestell; Gestell Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell

Synoniemen voor "Chassis":