Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Camping:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Camping (Duits) in het Nederlands

Camping:

Camping [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Camping (Zeltplatz; Campingplatz)
    de camping; het kampeerterrein
  2. Camping (Campingplatz; Zeltplatz)
    de kampeerplaats; campingplek
  3. Camping
    kamperen

Vertaal Matrix voor Camping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camping Camping; Campingplatz; Zeltplatz Campingplätze; Zeltplätze
campingplek Camping; Campingplatz; Zeltplatz
kampeerplaats Camping; Campingplatz; Zeltplatz Campingplätze; Zeltplätze
kampeerterrein Camping; Campingplatz; Zeltplatz
kamperen Camping Campen; Zelten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kamperen kampieren; lagern; zelten

Wiktionary: Camping


Cross Translation:
FromToVia
Camping kampeerterrein; camping campsite — a place where a tent may be or is pitched

Computer vertaling door derden: