Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brei (Duits) in het Nederlands

Brei:

Brei [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brei
    de pap
    • pap [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Brei
    de brij; het papje
    • brij [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • papje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Brei (Püree; Kartoffelpüree; Mus)
    de puree; de moes
    • puree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • moes [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. der Brei (Gelatinepudding; Gelee)
    de gelatinepudding; drilpudding
  5. der Brei (Mus; Haché; Gemüse; Rest; Happen)
    de hachee; de prak
    • hachee [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • prak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. der Brei (Fruchtfleisch)
    het vruchtvlees
  7. der Brei (Mus)
    de pulp; de moes; tot brij gekookte vruchten

Vertaal Matrix voor Brei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brij Brei
drilpudding Brei; Gelatinepudding; Gelee
gelatinepudding Brei; Gelatinepudding; Gelee
hachee Brei; Gemüse; Haché; Happen; Mus; Rest
moes Brei; Kartoffelpüree; Mus; Püree Apfelmus
pap Brei
papje Brei
prak Brei; Gemüse; Haché; Happen; Mus; Rest
pulp Brei; Mus Holzbrei
puree Brei; Kartoffelpüree; Mus; Püree
tot brij gekookte vruchten Brei; Mus
vruchtvlees Brei; Fruchtfleisch

Synoniemen voor "Brei":


Wiktionary: Brei


Cross Translation:
FromToVia
Brei brij; moes; pap bouillie — Sorte d’aliment qui est faire de lait ou d’un autre liquide et de farine bouillis ensemble jusqu’à une certaine consistance et qu’on donne ordinairement aux petits enfants.
Brei brij; moes; pap purée — (cuisine) préparation épaisse de légumes cuits à l’eau et écrasés.