Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Brausen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brausen (Duits) in het Nederlands

Brausen:

Brausen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Brausen (Sprudeln)
    bruisen; gebubbel; borrelen; het geborrel

Vertaal Matrix voor Brausen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borrelen Brausen; Sprudeln Stunde in der man Schnaps trinkt; Trinken; einen Schnaps zu sich nehmen
bruisen Brausen; Sprudeln
geborrel Brausen; Sprudeln Sprudelen; Stunde in der man Schnaps trinkt; Trinken; einen Schnaps zu sich nehmen
gebubbel Brausen; Sprudeln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borrelen Schnapstrinken; quellen; saufen; sich besaufen; sprudeln

Synoniemen voor "Brausen":


Verwante vertalingen van Brausen