Botschaft in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Botschaft:
- ambassade; mededeling; boodschap; bericht; vermelding; uitspraak; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas
Wiktionary:
- Botschaft → ambassade, boodschap
- Botschaft → ambassade, bericht, boodschap

Duits

Uitgebreide vertaling voor Botschaft (Duits) in het Nederlands

Botschaft:

Botschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Botschaft
de ambassade
- ambassade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Botschaft (Mitteilung; Meldung; Erwähnung; Bericht; Verzeichnung; Ansprache; Verlautbarung; Bekanntgabe; Bekanntmachung)
de mededeling; de boodschap; het bericht; de vermelding; de uitspraak; de opgave; gewag; de melding; de verwittiging; de tijding; de bekendmaking; het relaas
- mededeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- boodschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bericht [het ~] zelfstandig naamwoord
- vermelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
- opgave [de ~] zelfstandig naamwoord
- gewag [znw.] zelfstandig naamwoord
- melding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwittiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekendmaking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- relaas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Botschaft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambassade	Botschaft
bekendmaking	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Ankündigung; Aushang; Ausruf; Ausrufung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Kundgebung; Offenbarung; Proklamation; Publikation; Verkündigung; Verlautbarung; Veröffentlichung
bericht	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Ankündigung; Artikel; Beitrag; Benachrichtigung; Bericht; Blatt; Dokument; Illustrierte; Journal; Lesung; Magazin; Meldung; Mitteilung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Referat; Vorlesung; Vortrag; Wochenblatt; Zeitschrift
boodschap	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	ankauf
gewag	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung
mededeling	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Ankündigung; Anzeige; Anzeigen; Ausruf; Ausrufung; Aussage; Aussprache; Ausspruch; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Darlegung; Erklärung; Information; Kundgebung; Meldung; Mitteilung; Verkündigung; Verlautbarung; Veröffentlichung
melding	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Angabe; Ankündigung; Anzeige; Ausruf; Ausrufung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Kundgebung; Meldung; Mitteilung; Nachricht; Verkündigung; Verlautbarung; Veröffentlichung; Warnung; Zollerklärung
opgave	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Anmeldung; Aufführung; Aufgabe; Aufstellung; Aufzählung; Buchung; Eintragung; Liste; Resignation; Tabelle; Verzeichnis; Übungsaufgabe
relaas	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Erzählung; Geschichte; Legende; Überlieferung
tijding	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Bericht; Meldung; Nachricht; Neuigkeit
uitspraak	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Artikulation; Aussprache; Ausspruch; Aüsserung; Beschluß; Entscheidung; Entschluß; Formulierung; Mitteilung; Urteil; Urteilsspruch; Urteilsverkündung; Zeugenaussage; Äußerung
vermelding	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Eintrag
verwittiging	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Ankündigung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Information; Kundgebung; Verkündigung

Synoniemen voor "Botschaft":

Bericht; Informationsaustausch; Mitteilung; Nachricht
Auslandsvertretung; diplomatische Vertretung; Gesandtschaft; Konsulat; Mission; ständige Vertretung

Wiktionary: Botschaft

Botschaft

noun

eine diplomatische Vertretung eines Staates im Ausland
- Botschaft → ambassade

Botschaft

noun

de officiële vertegenwoordiging van de ene regering in de hoofdstad van de andere.
- ambassade → Botschaft
overgebracht bericht
- boodschap → Botschaft; Nachricht

Cross Translation:

From	To	Via
• Botschaft	→ ambassade	↔ embassy — organization representing a foreign state
• Botschaft	→ bericht; boodschap	↔ message — a concept conveyed

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Botschaft van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Botschaft (Duits) in het Nederlands

Botschaft:

Botschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Botschaft

die Botschaft (Mitteilung; Meldung; Erwähnung; Bericht; Verzeichnung; Ansprache; Verlautbarung; Bekanntgabe; Bekanntmachung)

Vertaal Matrix voor Botschaft:

Synoniemen voor "Botschaft":

Wiktionary: Botschaft