Duits

Uitgebreide vertaling voor Bindfäden (Duits) in het Nederlands

Bindfäden:

Bindfäden [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bindfäden (Drähte; Schnüre)
    de draden
    • draden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. der Bindfäden (Schnüre)
    de snoeren; de elektriciteitssnoeren

Bindfäden [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bindfäden
    de touwen; dikke koorden
  2. die Bindfäden
    de bindtouwen; de bindgarens
  3. die Bindfäden (Seile; Schnüre)
    de snoeren; de koorden
    • snoeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • koorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. die Bindfäden (Bindfaden)
    de bindtouwen; het bindgaren

Vertaal Matrix voor Bindfäden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bindgaren Bindfaden; Bindfäden
bindgarens Bindfäden
bindtouwen Bindfaden; Bindfäden
dikke koorden Bindfäden
draden Bindfäden; Drähte; Schnüre
elektriciteitssnoeren Bindfäden; Schnüre Stromdrähte
koorden Bindfäden; Schnüre; Seile
snoeren Bindfäden; Schnüre; Seile
touwen Bindfäden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snoeren einschnüren; schnüren; zuschnüren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
touwen seilen