Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bewaffnung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bewaffnung (Duits) in het Nederlands

Bewaffnung:

Bewaffnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bewaffnung (Aufrüstung)
    de bewapening
  2. die Bewaffnung
    de bepantsering

Vertaal Matrix voor Bewaffnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepantsering Bewaffnung Panzer; Panzerung
bewapening Aufrüstung; Bewaffnung

Synoniemen voor "Bewaffnung":


Wiktionary: Bewaffnung

Bewaffnung
noun
  1. het verschaffen van wapens aan iemand

Cross Translation:
FromToVia
Bewaffnung wapen arm — weapon