Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Besprechen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besprechen (Duits) in het Nederlands

Besprechen:

Besprechen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Besprechen (Sprechen über)
    bespreken; spreken over

Vertaal Matrix voor Besprechen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken Besprechen; Sprechen über
spreken over Besprechen; Sprechen über
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; ein Reis buchen; ein Reis reservieren; erörtern
spreken over bereden; besprechen; durchnehmen; erörtern; über etwas sprechen

Verwante vertalingen van Besprechen