Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Berührung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Berührung (Duits) in het Nederlands

Berührung:

Berührung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Berührung (Kontakt)
    het contact; de aanraking
    • contact [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanraking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Berührung (Kontakt; Anschluß; Verbindung; Beziehung; Bindeglied)
    het contact; de verbinding; de aansluiting; de connectie
  3. die Berührung (Aufruhr; Empörumg)
    de beroeringen
  4. die Berührung
    het contact
    • contact [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Berührung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanraking Berührung; Kontakt
aansluiting Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Verbindung Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Telefonanschluß; Verband; Verbindung; Zusammenhang
beroeringen Aufruhr; Berührung; Empörumg
connectie Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Verbindung Anschluß; Beziehung; Binde; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenhang
contact Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Verbindung Fühlung; Kontakt
verbinding Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kontakt; Verbindung Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Kombination; Kontext; Kopplung; Verband; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammenschweißung

Synoniemen voor "Berührung":


Wiktionary: Berührung

Berührung
noun
  1. sozialer Kontakt
  2. die Handlung, an [1] beteiligen zu sein
  3. das Ereignis, wenn mehrere Dinge aneinander geraten (auch abstrakt)
Berührung
noun
  1. het aanraken

Cross Translation:
FromToVia
Berührung contact contact — an act of touching physically
Berührung contact; aanraking; voeling contactaction de toucher physiquement.

Verwante vertalingen van Berührung